Uitspraak
GERECHTSHOF ‘S-HERTOGENBOSCH
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. R.P.V.W. Willems,
De Raad voor de Kinderbescherming,hierna te noemen: de raad.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
De bestreden beschikking te vernietigen en – opnieuw rechtdoende – bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te bepalen:
Dat de verzoeken van de moeder alsnog dienen te worden toegewezen, te weten;
II. de GI die de ondertoezichtstelling uitvoert te vervangen door een door het hof aan te wijzen gecertificeerde instelling;
II. de GI op te dragen ermee in te stemmen dat:
- de thans lopende zorgregeling wordt stopgezet, én;
- er pas een begeleide contactregeling komt nadat de vader heeft meegewerkt aan een persoonlijkheidsonderzoek én een succesvolle agressieregulatie therapie heeft afgerond én zich gedurende een periode van tenminste drie maanden onthouden heeft van contact zoeken met de ex-partner(s) van de moeder en/of haar sociale omgeving.
Dat het verzoek van de moeder om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen alsnog dient te worden toegewezen; en
Dat de vader niet als belanghebbende en/of als informant aangemerkt dient te worden.
- dat het verzoek van de moeder om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen alsnog dient te worden toegewezen; en
- dat de vader niet als belanghebbende en/of als informant aangemerkt dient te worden.
In incidenteel hoger beroep verzoekt de vader om de bestreden beschikkingen te vernietigen en, opnieuw beschikkende, de vader aan te merken als belanghebbende.
- mr. Van de Marel;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] , [vertegenwoordiger van de GI 2] en [vertegenwoordiger van de GI 3] ;
- de vader, bijgestaan door mr. Willems;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .