Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- feit 1: poging tot doodslag;
- feit 2: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
- feit 3: opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven;
- feit 4: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
- feit 5: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
,meermalen gepleegd
.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2021, pagina 116, voor zover inhoudende als het relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2021, pagina’s 120 en 121, voor zover inhoudende als het relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juni 2021, pagina 143, voor zover inhoudende als het relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Een schriftelijk bescheid, te weten een letselbeschrijving door forensisch geneeskundige M. Westrate , pagina’s 144 en 145, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Gegevens betrokkene
Bijzonderheden
Plaats, datum
Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 14 juni 2021, pagina’s 147 tot en met 151, voor zover inhoudende als de verklaring van [slachtoffer 1] :
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2021, pagina 161, voor zover inhoudende als het relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
gelet op de inhoud van het proces-verbaal in samenhang bezien met de andere bewijsmiddelen, begrijpt het hof: [initialen van slachtoffer 1]] [slachtoffer 1] zeggen dat hij in de wasmachine, welke in de keuken van de woning stond, een vuurwapen zag liggen. Ik hoorde [slachtoffer 1] zeggen dat hij het vuurwapen herkende als de revolver alwaar verdachte [verdachte] hem eerder die dag mee had bedreigd. Hierop heb ik tegen [slachtoffer 1] gezegd dat hij nergens aan moest komen en dat ik het vuurwapen verder zou veiligstellen.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2021, pagina’s 122 tot en met 123, voor zover inhoudende als het relaas van verbalisant [verbalisant 7] :
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, pagina’s 22 tot en met 24 van het dossier van de politie-eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, registratienummer 72, BVH-nummer 2021148742, gesloten d.d. 8 december 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , brigadier van politie (doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 32), voor zover inhoudende:
Beslagene
Volgnummer 1
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, pagina’s 25 tot en met 27 van het dossier van de politie-eenheid Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, registratienummer 72, BVH-nummer 2021148742, gesloten d.d. 8 december 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , brigadier van politie (doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 32), voor zover inhoudende:
Beslagene
Volgnummer 1
Een schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 27 september 2011, pagina’s 178 tot en met 181, voor zover inhoudende:
Onderzoek naar biologische sporen
DNA-onderzoek
Resultaten, interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek
Een aanvullend proces-verbaal van bevindingen (omschrijving vuurwapen) d.d. 14 februari 2022 met proces-verbaalnummer PL2000-2021148742, voor zover inhoudende als het relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 24 maart 2022, voor zover inhoudende als de verklaring van aangever [slachtoffer 1] :
het hof begrijpt: 2021].
Het proces-verbaal van de terechtzitting van het hof d.d. 7 februari 2025, voor zover inhoudende als de verklaring van de verdachte:
het hof begrijpt: [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en de verdachte] zitten chillen. Toen ik naar buiten liep, richtten ze wapens op me. Volgens mij is alles in scene gezet.” [1] Deze verklaring is op geen enkele manier vergelijkbaar met de door de verdachte later afgelegde en in hoger beroep herhaalde verklaring en heeft – gelet op het verband waarin het een en ander wordt gezegd – bovendien een andere inhoud en strekking. De verdachte lijkt hier veeleer te hebben willen suggereren dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] iets in scène zouden hebben gezet zonder medeweten van de verdachte en met als gevolg dat de verdachte in handen van de politie liep. Wat daar verder ook van zij, een ondersteuning dat de verdachte al in zijn verhoor bij de politie op een alternatief scenario wees waarin zijn handelingen onderdeel waren van een afspraak met [slachtoffer 1] , vormt deze passage uit het politieverhoor niet.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd;
€ 10.224,26 (tienduizend tweehonderdvierentwintig euro en zesentwintig cent),bestaande uit
€ 10.224,26 (tienduizend tweehonderdvierentwintig euro en zesentwintig cent),bestaande uit € 224,26 (tweehonderdvierentwintig euro en zesentwintig cent) materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;