ECLI:NL:GHSHE:2025:473

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
21 februari 2025
Zaaknummer
20-000933-24
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake overtreding van de Wegenverkeerswet 1994

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 25 maart 2024 was veroordeeld voor het overtreden van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte had op 20 november 2023 te Zevenbergschen Hoek, gemeente Moerdijk, een motorrijtuig bestuurd terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De politierechter had de verdachte hiervoor veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het vonnis en een veroordeling van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de politierechter niet voldeed aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering, wat leidde tot de vernietiging van het vonnis. Het hof heeft vervolgens het tenlastegelegde feit bewezen verklaard en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de eerdere overtredingen van de verdachte en de omstandigheden van de zaak. De beslissing is gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000933-24
Uitspraak : 29 januari 2025
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 25 maart 2024, in de strafzaak met parketnummer 96-041589-24 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter de verdachte ter zake van ‘overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het tenlastegelegde feit bewezen zal verklaren en de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
De raadsman heeft een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat de politierechter heeft volstaan met aantekening van de uitspraak op een aan het dubbel van de dagvaarding gehecht stuk, maar het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 20 november 2023 te Zevenbergschen Hoek, gemeente Moerdijk, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de autosnelweg A16, als bestuurder een motorrijtuig, (bedrijfsauto (bestelauto)), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 20 november 2023 te Zevenbergschen Hoek, gemeente Moerdijk, terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de autosnelweg A16, als bestuurder een motorrijtuig, (bedrijfsauto (bestelauto)), van die categorie heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:

overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het besturen van een bedrijfsauto, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
Het hof heeft wat betreft de op te leggen strafsoort en hoogte van de straf allereerst acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten, dienende als indicatie voor een gebruikelijk rechterlijk straftoemetingsbeleid. Het LOVS geeft als oriëntatiepunt voor het besturen van een motorrijtuig terwijl het rijbewijs ongeldig is verklaard een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Voorts heeft het hof gelet op de inhoud van het de verdachte betreffende Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 24 oktober 2024, waaruit blijkt dat de verdachte zich eerder schuldig heeft gemaakt aan overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994.
Naar het oordeel van het hof kan, gelet op vorenstaande dan ook niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het hof ziet in hetgeen door de verdediging ter terechtzitting is aangevoerd met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van de verdachte geen aanleiding om te volstaan met oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf of een onvoorwaardelijke taakstraf, zoals door de raadsman bepleit.
Het hof acht alles afwegende dan ook oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twee weken passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Aldus gewezen door:
mr. A.J.M. van Gink, voorzitter,
mr. M. van der Horst en mr. P. van Etteger, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.R.G.H. van Outheusden, griffier,
en op 29 januari 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Van Etteger is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.