Uitspraak
hierna te noemen: [zoon 1] ;
hierna te noemen: [zoon 2] ,
hierna te noemen: de mentor.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3. en opnieuw rechtdoende een mentorschap in te stellen ten behoeve van [verzoekster] en [zoon 1] tot mentor te benoemen, althans een zodanige beslissing te nemen die het hof juist acht.
- mr. Van Gils-Lessy;
- [zoon 1] ;
- [zoon 2]
- de mentor.
- de brief van de mentor, met bijlagen, ontvangen op 18 oktober 2024;
- het V8-formulier van 22 oktober 2024 van de zijde van [verzoekster] ;
- het V6-formulier van 10 januari 2025, met bijlagen, van de zijde van [verzoekster] .
3.De beoordeling
De maatregelen hebben voor [verzoekster] alleen maar negatieve gevolgen gehad, zowel psychisch als financieel.
Voor zover het hof desondanks van oordeel is dat bewind en mentorschap noodzakelijk zijn, dient [zoon 1] te worden benoemd tot mentor. Er zijn gewichtige redenen om [mentor] als mentor te ontslaan. Zo is de mentor drie weken op vakantie gegaan zonder een volwaardige vervanger te benoemen. Ook na die periode is er geen contact en pas nadat [zoon 1] de mentor informeert over het verzoek tot opheffing van de maatregelen komt de mentor in actie. De mentor komt daarnaast zijn afspraken niet na onder andere rondom de plaatsing van [verzoekster] in de instelling en het al dan weer thuis gaan wonen. Daarnaast is de mentor teruggekomen op de gemaakte afspraak dat [zoon 1] eerste contactpersoon zou worden, met alle nadelige gevolgen van dien.
De kantonrechter heeft voorts onvoldoende gemotiveerd waarom is afgeweken van de uitdrukkelijke voorkeur van [verzoekster] om [zoon 1] als mentor te benoemen. [zoon 1] is bereid om naast bewindvoerder ook als mentor op te treden en hij kan dit, in tegenstelling tot de huidige mentor, kosteloos doen. Daarnaast is het kantoor van de huidige mentor 100 kilometer van de instelling af waar [verzoekster] verblijft, hetgeen in de praktijk problemen oplevert waardoor [zoon 1] door de mentor wordt gevraagd taken op zich te nemen.
In het begin verliep de samenwerking tussen de zorginstelling waar [verzoekster] verblijft en [zoon 1] stroef. Dit kwam echter omdat [verzoekster] daar was gedumpt en de mentor onvoldoende heeft gedaan om [verzoekster] weer thuis te laten wonen. Nu is er inmiddels sprake van een situatie waarin [verzoekster] aan [zoon 1] kenbaar heeft gemaakt bij de zorginstelling te willen blijven. [zoon 1] gaat dan ook mee in deze wens van [verzoekster] . Op dit moment komt hij één of twee keer per week bij [verzoekster] in de zorginstelling. De beslissingen laat hij aan het zorgpersoneel over. Overigens wordt hij daar op dit moment ook buiten gehouden omdat er een mentor is.