In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 23/1114. Het hoger beroep is ingediend door een belanghebbende tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 7 juli 2023. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het hoger beroep, waarbij het hof heeft vastgesteld dat er geen geldige schriftelijke machtiging is overgelegd binnen de door het hof gestelde termijn. De gemachtigde heeft een machtiging ingediend die niet voldoet aan de vereisten, omdat deze niet is voorzien van een naam en een handtekening die niet te herleiden is naar de belanghebbende. Het hof heeft de gemachtigde meerdere keren in de gelegenheid gesteld om een geldige machtiging aan te leveren, maar deze is niet tijdig overgelegd. Het hof concludeert dat het ontbreken van een schriftelijke machtiging een verzuim is in de zin van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht, en dat het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is op dezelfde datum in Mijn Rechtspraak geplaatst.