ECLI:NL:GHSHE:2025:765
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek tot opheffing van het mentorschap in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de betrokkene om het mentorschap op te heffen. De betrokkene, die in een woonvoorziening met 24-uurs begeleiding woont, heeft in hoger beroep verzocht de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 juni 2024 te vernietigen, waarin het verzoek tot opheffing van het mentorschap was afgewezen. De betrokkene stelt dat hij zelfstandiger is dan de mentor doet voorkomen en dat het mentorschap geen toegevoegde waarde meer heeft. De mentor daarentegen betoogt dat de betrokkene nog steeds hulp nodig heeft en dat het mentorschap noodzakelijk is voor zijn zorg en welzijn.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene kampt met verschillende gezondheidsproblemen en dat hij intensieve zorg en begeleiding nodig heeft. De mentor heeft een belangrijke rol in het organiseren van deze zorg. Het hof concludeert dat de noodzaak voor het mentorschap nog steeds aanwezig is en dat het verzoek van de betrokkene om het mentorschap op te heffen niet kan worden toegewezen. De beschikking van de rechtbank is dan ook bekrachtigd en het verzoek van de betrokkene in hoger beroep is afgewezen.