Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellant 2] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.[geïntimeerde 1] V.O.F,
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 maart 2025 een arrest gewezen in hoger beroep met betrekking tot een faillissementsprocedure van een vennootschap onder firma en haar vennoten. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder een verzoek tot faillietverklaring afgewezen, maar het hof heeft geoordeeld dat de vordering van de aanvrager summierlijk aannemelijk is en dat er sprake is van een pluraliteit van schulden. Tevens is vastgesteld dat de vennootschap heeft opgehouden te betalen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en het faillissement uitgesproken.
Op 21 maart 2025 heeft de griffier van de rechtbank aan het hof gemeld dat er een fout was gemaakt in het zaaknummer dat in de kop van het arrest was vermeld. Het hof heeft deze opmerking bevestigd en besloten om de verbetering van het zaaknummer door te voeren zonder consultatie van de partijen, aangezien het een intern-technisch punt betreft dat geen invloed heeft op de positie van de betrokkenen.
De verbetering van het arrest is op 27 maart 2025 vastgesteld en het hof heeft bepaald dat het juiste zaaknummer in de minuut van het arrest moet worden vermeld. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.