Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
[minderjarige]geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft in eerste aanleg verzocht om de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 12 januari 2017 te wijzigen. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 250,- per maand moest betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind. De man heeft in hoger beroep aangevoerd dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden, omdat hij weer in Nederland woont en niet langer inkomen uit Macedonië heeft. Hij heeft medische klachten die hem belemmeren in zijn werk en stelt dat hij tijdelijk niet in staat is om de eerder overeengekomen alimentatie te betalen. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft het verzoek van de man betwist en verzocht om de bestreden beschikking te bekrachtigen. Het hof heeft vastgesteld dat de man onvoldoende heeft onderbouwd dat hij als gevolg van zijn medische omstandigheden niet heeft kunnen werken en dat zijn inkomen daardoor is gewijzigd. Het hof heeft geoordeeld dat er geen rechtens relevante wijziging van omstandigheden is die een herbeoordeling van de kinderalimentatie rechtvaardigt. De bestreden beschikking is bekrachtigd en de proceskosten zijn gecompenseerd.