In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, hebben de ouders van twee minderjarige kinderen overeenstemming bereikt over de zorgregeling en vakantieregeling. De ouders, hierna aangeduid als de moeder en de vader, hebben een co-ouderschapsregeling afgesproken waarbij de kinderen in de even weken bij de vader verblijven en in de oneven weken bij de moeder. Dit wisselmoment vindt plaats op maandagochtend op school. De regeling is ingegaan op 1 januari 2025 en wordt sindsdien feitelijk uitgevoerd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een rapport uitgebracht waaruit blijkt dat de overeengekomen regeling overzichtelijk en duidelijk is voor de kinderen, en aansluit bij de huidige zorgregeling.
De vader heeft het hof verzocht om de overeengekomen reguliere zorgregeling op te nemen in de beschikking, en de moeder heeft een soortgelijk verzoek gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat er algehele overeenstemming is bereikt tussen de ouders en dat de moeder haar grieven niet langer handhaaft. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Limburg vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was en heeft in zoverre opnieuw beslist, waarbij de zorg- en opvoedingstaken zijn vastgesteld overeenkomstig de bereikte overeenstemming. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.