Uitspraak
,
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2013,
[minderjarige 2] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2015,
Raad voor de Kinderbescherming,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is het hoger beroep van de vader inzake het ouderlijk gezag en de omgangsregeling met zijn minderjarige kinderen aan de orde. De vader had verzocht om gezamenlijk met de moeder belast te worden met het ouderlijk gezag over de minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], en om een contactregeling te bepalen. De mondelinge behandeling heeft echter geen doorgang gevonden, omdat de advocaat van de vader op 11 maart 2025 heeft bericht dat de vader is overleden. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het verzoek van de vader, dat een hoogst persoonlijk recht betreft, niet overdraagbaar is op eventuele erfgenamen. Het hof heeft daarom geoordeeld dat de zaak door het overlijden van de vader tot een einde is gekomen en heeft het verzoek in hoger beroep buiten behandeling gesteld. De uitspraak is gedaan op 27 maart 2025, waarbij de rechters F.M.E. Schulmer, C.N.M. Antens en A.M. Bossink aanwezig waren.