ECLI:NL:HR:1990:AB9154
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van Vucht
- J. Jansen
- A. Baardman
- B. Bellaart
- K. Korthals Altes
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevoegdheid van de Procureur-Generaal om in het openbaar belang wijziging van jaarrekening te vorderen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 september 1990 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarin de Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam (hierna: P.G.) de naamloze vennootschap Koninklijke Nedlloyd Groep N.V. (hierna: Nedlloyd) had gedagvaard. De P.G. vorderde dat Nedlloyd haar jaarrekening over 1987 zou aanpassen op basis van aanwijzingen van de Ondernemingskamer. De Ondernemingskamer had de P.G. echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet was aangetoond dat de vordering was ingesteld 'in het openbaar belang', zoals vereist door artikel 999 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad heeft de beoordeling van de Ondernemingskamer bevestigd en geoordeeld dat de P.G. niet enkel op basis van de onjuistheid van de jaarrekening bevoegd is om wijziging te vorderen. Er moet sprake zijn van een specifiek openbaar belang dat de wijziging rechtvaardigt. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie verworpen en de P.G. in de kosten van het geding veroordeeld. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor de P.G. om feiten en omstandigheden aan te voeren die het openbaar belang onderbouwen, en dat het enkele belang van naleving van de wet niet voldoende is voor een vordering in het openbaar belang.