Uitspraak
bRv. te voldoen aan de Griffier.
22 november 1991.
Hoge Raad
In deze zaak heeft [eiseres] B.V. op 30 november 1983 verweersters in cassatie gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam. De eiseres vorderde ontruiming van een flatwoning aan de [a-straat 1] te [woonplaats] en een betaling van f 764,65 voor iedere maand dat de flatwoning na 30 november 1983 in gebruik werd gehouden. De eiseres trok haar vordering tegen enkele andere gedaagden in. De Rechtbank heeft op 19 december 1984 de vorderingen van [eiseres] ontzegd. Hierop heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, waar verweersters incidenteel hoger beroep hebben ingesteld. Het Gerechtshof heeft op 16 november 1989 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft [eiseres] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klacht in het cassatiemiddel niet tot cassatie kan leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling oproept. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op f 2.875,--. Dit arrest is gewezen op 22 november 1991 door de raadsheren A. de Groot, J. Haak, W. Boekman, en openbaar uitgesproken door raadsheer H. Hermans.