Uitspraak
[woonplaats].
[verdachte]:
[betrokkene 1](5e verklaring):
[betrokkene 3]:
[betrokkene 3]:
de verdachteter terechtzitting in hoger beroep – zakelijk weergegeven – heeft verklaard:
[betrokkene 6]:
- dat [betrokkene 7] dus wist, dat wanneer hij aan hem – [betrokkene 6] – een opdracht gaf, dat 10% kostte;
- dat [betrokkene 7] hem na zijn aanhouding heeft gezegd dat hij – [betrokkene 7] – nog een vordering had op een eigenaar van een viswinkel in [plaats] ;
- dat [betrokkene 7] hem vroeg die vordering voor hem te innen;
- dat [betrokkene 7] hem
via [verdachte]heeft gevraagd of hij zijn aandacht aan deze zaak wilde besteden;
- dat hij samen met [betrokkene 9] naar die eigenaar in [plaats] – [betrokkene 5] – is gegaan en dat aan die man duidelijk is gemaakt waarom [betrokkene 7] niet zelf zou komen;
- dat die [betrokkene 5] hen niet geloofde en dat hij die [betrokkene 5] daarop heeft gezegd ‘’ga dan maar naar mijn advokaat, die heet [verdachte] , die is ook adviseur van [betrokkene 7] en die kan bevestigen wat wij hebben gezegd’’;
- dat [betrokkene 5] dat gedaan heeft en daarna aan hem een deel van het geld, bestemd voor [betrokkene 7] , heeft betaald;
- dat [betrokkene 5] hem dat geld in [plaats] heeft gegeven;
- dat hij vervolgens van [plaats] naar Antwerpen is gereden en een deel van dat ontvangen geld naar Buntinx heeft gebracht;
[betrokkene 5]:
- dat hem door één van die mannen werd gezegd dat hij het geld, dat hij aan [betrokkene 7] schuldig was, aan de vertrouwensman van die [betrokkene 7] kon betalen;
- dat die vertrouwensman een advocaat in de buurt van Breda was;
- dat hij naar het kantoor van die advokaat – [verdachte] in [woonplaats] – is gegaan om de bevestiging te krijgen dat het goed zat, dat wil zeggen dat hij aan [betrokkene 6] kon betalen;
- dat in dat kantoor toen ook [betrokkene 6] en [betrokkene 9] aanwezig waren;
- dat [verdachte] hem toen gezegd heeft dat hij inderdaad de advokaat van [betrokkene 7] was en dat hij, omdat die [betrokkene 6] daar toen dus ook in dat kantoor was, begreep dat hij aan [betrokkene 6] kon betalen;
- dat hij daarna een gedeelte van het geld aan die [betrokkene 6] heeft gegeven.
[verdachte]:
[betrokkene 5]:
[verdachte]:
dat hij, [verdachte] , in contact is gekomen met [betrokkene 5] uit [plaats] en hem op de hoogte heeft gesteld van zijn schuld aan [betrokkene 7] en dat de betaling daarvan via hem moest lopen;
dat de afspraak toen werd gemaakt dat [betrokkene 5] met het geld naar [woonplaats] zou komen;
dat [betrokkene 5] enerzijds en [betrokkene 9] in het gezelschap van [betrokkene 6] anderzijds naar zijn kantoor in [woonplaats] zijn gekomen;
dat hij, [verdachte] , later van [betrokkene 9] hoorde dat [betrokkene 5] een bedrag van f 25.000,- als aflossing op het hoofd bedrag had betaald;
[betrokkene 7]:
[verdachte] , wonende en kantoorhoudende te [woonplaats] , [b-straat 1] .
Bij het inbeslaggenomene inzake deze huiszoeking werd onder de inventarisatie-codering: 1.2.7.3-16 aangetroffen:
-een originele overeenkomst tussen [betrokkene 7] en [betrokkene 6] d.d. 1 juni 1986 inzake het in opzicht geven van drie Rolex-horloges. Het inbeslaggenomene gaat als bijlage hierbij.
Deze goederen blijven indien zij niet worden aangekocht het eigendom van de mandaathouder [betrokkene 6] en worden gespecificeerd als volgt:
EEN (I) gewone geel gouden standaardtype Rolex;
EEN (I) geel gouden in elke schakel van de band zes kleine steentjes een zwarte wijzerplaat, waarvan de tijdsaanduiding en rond de wijzerplaat belegd zijn met brillantjes;
EEN (I) witgouden Rolex schakel van de band ook met kleine steentjes belegd. Ook in het uurwerk zitten steentjes en een blauwe wijzerplaat.
[betrokkene 7] bevestigd door het plaatsen van zijn handtekening dat hij voornoemde goederen in ontvangst heeft genomen.
Indien deze goederen binnen zes (6) weken na heden door [betrokkene 7] niet zijn aangeschaft of verkocht, is [betrokkene 7] verplicht deze goederen aan [betrokkene 6] te retourneren.
Voor goede ontvangst getekend.
d.d. I Juni 1986.
[betrokkene 7] .
[betrokkene 6]:
[verdachte]:
zogenaamdnamens de ondertekenaars’’, doch ook dat hij niet bepaaldelijk gevolmachtigd was door die ondertekenaars;
26 maart 1991.