ECLI:NL:HR:1991:ZC8843

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 oktober 1991
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
2681
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A. Bronkhorst
  • J. Neleman
  • M. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoek tot teruggave bedrijfsauto

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 oktober 1991 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht. De rechtbank had de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot teruggave van een bedrijfsauto. Het cassatieberoep is ingesteld door de verdachte, maar er zijn geen middelen van cassatie voorgesteld door of namens hem. De Advocaat-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft vervolgens beoordeeld of er gronden waren om de bestreden beschikking ambtshalve te vernietigen. Aangezien de Hoge Raad geen dergelijke gronden aanwezig achtte, werd het cassatieberoep verworpen. De uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid in het strafrecht en de rol van de Hoge Raad in het beoordelen van lagere rechterlijke beslissingen.

Uitspraak

1 oktober 1991
Strafkamer
nr. 2681 Besch.
JM
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht van 10 juli 1990 in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, wonende te
[woonplaats].
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft [verdachte] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek, strekkende tot teruggave aan hem van de in bovenvermelde beschikking omschreven bedrijfsauto.
2. Het cassatieberoep
Het beroep is ingesteld door [verdachte]. Middelen van cassatie zijn door of namens deze niet voorgesteld.
3. De conclusie van het Openbaar Ministerie
De Advocaat-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
4. Beoordeling van de bestreden beschikking
De Hoge Raad oordeelt geen grond aanwezig waarop de bestreden beschikking ambtshalve zou behoren te worden vernietigd. Derhalve moet het cassatieberoep worden verworpen.
5. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president Bronkhorst als voorzitter, en de raadsheren Neleman en Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, in bijzijn van de griffier Sillevis Smitt-Mülder, in raadkamer van
1 oktober 1991.