ECLI:NL:HR:1996:AA1769

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 december 1996
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
31661
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Urlings
  • J. Zuurmond
  • H. Pos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen niet-ontvankelijk verklaring van het Hof inzake legesheffing door gemeente Heerhugowaard

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 mei 1995, die betrekking heeft op de leges geheven door de gemeente Heerhugowaard voor de verlening van een vergunning ingevolge de Wet Milieubeheer. De gemeente had een bedrag van ƒ 3.260,-- aan leges geheven, waartegen belanghebbende bezwaar had gemaakt. Het Hoofd van de Afdeling Financieel Beheer handhaafde deze legesheffing, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep echter niet-ontvankelijk, omdat het beroepschrift geen motivering bevatte en belanghebbende niet tijdig een motivering had ingediend, ondanks de geboden gelegenheid om dit te herstellen.

Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof. In het cassatieberoep werd gesteld dat op 30 september 1994, binnen de door het Hof gestelde termijn, een motivering van het beroepschrift was verzonden per fax en per post. Ter onderbouwing van deze stelling zijn enkele bescheiden overgelegd, en er zijn ook ambtshalve inlichtingen ingewonnen door de Hoge Raad bij de griffie van het Gerechtshof.

De Hoge Raad oordeelt dat het Hof nadere motivering had moeten geven voor zijn oordeel over de niet-ontvankelijkheid van het beroep. Het middel slaagt, en de Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing in meervoudige kamer. Tevens wordt bepaald dat de gemeente Heerhugowaard het griffierecht van ƒ 300,-- aan belanghebbende moet vergoeden, en de kosten van het geding in cassatie worden gereserveerd tot de einduitspraak. De kosten voor rechtsbijstand worden vastgesteld op ƒ 1.420,--.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 mei 1995 betreffende de door de gemeente Heerhugowaard wegens de verlening van na te melden vergunning geheven leges.
1. Heffing, bezwaar en geding voor het Hof Aan X is ingevolge artikel 8.1, eerste lid, onder c, van de Wet Milieubeheer een vergunning verleend. Terzake van het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van deze vergunning is van belanghebbende een bedrag van ƒ 3.260,-- aan leges geheven, welk bedrag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van het Hoofd van de Afdeling Financieel Beheer van de gemeente Heerhugowaard (hierna: het Hoofd) is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van het Hoofd in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van het middel 3.1. Het Hof heeft belanghebbende met toepassing van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep omdat het beroepschrift geen motivering bevatte en - nadat overeenkomstig die bepaling gelegenheid was geboden dit verzuim te herstellen - tot op de dag van de uitspraak geen motivering was toegezonden. 3.2. Het middel bestrijdt dat oordeel met de stelling dat op 30 september 1994, binnen de door het Hof daartoe gestelde termijn, per fax en per post een motivering van het beroepschrift aan het Hof was toegezonden. 3.3. Bij de motivering van haar beroepschrift in cassatie heeft belanghebbende enige bescheiden overgelegd om deze stelling te staven. Ook vindt die stelling steun in ambtshalve door de Hoge Raad bij de griffie van het Gerechtshof ingewonnen inlichtingen. In het licht van één en ander behoefde 's Hofs oordeel nadere motivering. Het middel slaagt. De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven en verwijzing moet volgen.
4. Proceskosten Nu het Hoofd de beslissing van het Hof niet heeft uitgelokt of verdedigd zal de Hoge Raad de kosten van het geding in cassatie reserveren tot de einduitspraak.
5. Beslissing De Hoge Raad - vernietigt de uitspraak van het Hof, - verwijst het geding naar het Gerechtshof te Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de zaak in meervoudige kamer met inachtneming van dit arrest, - gelast dat door de gemeente Heerhugowaard aan belanghebbende wordt vergoed het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierecht van ƒ 300,--, - reserveert de beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie tot aan de einduitspraak, - en stelt deze kosten aan de zijde van belanghebbende vast op ƒ 1.420,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is op 11 december 1996 vastgesteld door de raadsheer Urlings als voorzitter, en de raadsheren Zuurmond en Pos, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Reijngoud, en op die datum in het openbaar uitgesproken.