ECLI:NL:HR:1996:AA1769
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Urlings
- J. Zuurmond
- H. Pos
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen niet-ontvankelijk verklaring van het Hof inzake legesheffing door gemeente Heerhugowaard
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 mei 1995, die betrekking heeft op de leges geheven door de gemeente Heerhugowaard voor de verlening van een vergunning ingevolge de Wet Milieubeheer. De gemeente had een bedrag van ƒ 3.260,-- aan leges geheven, waartegen belanghebbende bezwaar had gemaakt. Het Hoofd van de Afdeling Financieel Beheer handhaafde deze legesheffing, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep echter niet-ontvankelijk, omdat het beroepschrift geen motivering bevatte en belanghebbende niet tijdig een motivering had ingediend, ondanks de geboden gelegenheid om dit te herstellen.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof. In het cassatieberoep werd gesteld dat op 30 september 1994, binnen de door het Hof gestelde termijn, een motivering van het beroepschrift was verzonden per fax en per post. Ter onderbouwing van deze stelling zijn enkele bescheiden overgelegd, en er zijn ook ambtshalve inlichtingen ingewonnen door de Hoge Raad bij de griffie van het Gerechtshof.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof nadere motivering had moeten geven voor zijn oordeel over de niet-ontvankelijkheid van het beroep. Het middel slaagt, en de Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing in meervoudige kamer. Tevens wordt bepaald dat de gemeente Heerhugowaard het griffierecht van ƒ 300,-- aan belanghebbende moet vergoeden, en de kosten van het geding in cassatie worden gereserveerd tot de einduitspraak. De kosten voor rechtsbijstand worden vastgesteld op ƒ 1.420,--.