ECLI:NL:HR:1996:AA1846
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- A. Zuurmond
- H. Herrmann
- C.H.M. Jansen
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij tegen uitspraak Gerechtshof Leeuwarden inzake naheffingsaanslag Meststoffenwet
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 7 oktober 1994. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de overschotheffing op grond van de Meststoffenwet voor het tijdvak van 1 mei 1987 tot en met 31 december 1987, opgelegd aan belanghebbende, een pluimveehouder. De naheffingsaanslag bedroeg ƒ 2.855,51 en werd door de Inspecteur van het Bureau Heffingen gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Gerechtshof heeft de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd, waarop de Minister cassatie heeft ingesteld.
In cassatie is vastgesteld dat op het bedrijf van belanghebbende in het relevante tijdvak 7728 kilogram fosfaat aan droge pluimveemest is geproduceerd, maar dat er in dat tijdvak geen droge pluimveemest is afgevoerd. De Hoge Raad heeft het oordeel van het Gerechtshof dat het verlaagde tarief van toepassing was, verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de Regeling alleen een afwijking in de tarievenstructuur van de Meststoffenwet toelaat indien er in het heffingstijdvak ook mest is afgevoerd. Aangezien er in het onderhavige geval geen afvoer heeft plaatsgevonden, was het verlaagde tarief niet van toepassing.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Gerechtshof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en bevestigde de uitspraak van de Inspecteur. Tevens werd bepaald dat het bedrag van ƒ 150,-- dat ter zake van de vervanging van de mondelinge uitspraak bij het Hof was gestort, aan de Minister wordt terugbetaald. Dit arrest is op 6 maart 1996 vastgesteld en in het openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren.