ECLI:NL:HR:1996:AA1973
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Urlings
- J. Zuurmond
- C. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrek ter voorkoming van dubbele belasting bij inkomsten uit Hong Kong
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 13 januari 1995, betreffende de hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1990. De aanslag was opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 129.989,--, waarbij geen rekening was gehouden met aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Na bezwaar tegen de aanslag handhaafde de Inspecteur deze, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie heeft belanghebbende betoogd dat hij recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor een bedrag van ƒ 20.000,--, dat hij had aangegeven bij de belastingautoriteiten van Hong Kong. De Hoge Raad oordeelt dat de woorden "tenzij is gebleken dat ter zake van de daarmee behaalde voordelen aan die Mogendheid belasting is betaald" in artikel 2, lid 3 van het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 letterlijk moeten worden opgevat. Aangezien belanghebbende over het bedrag van ƒ 20.000,-- in Hong Kong geen belasting heeft betaald, heeft hij geen recht op aftrek.
De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof en stelt dat de Nota van Toelichting geen aanknopingspunt biedt voor de opvatting dat de fictie van artikel 2, lid 3 van het Besluit niet van toepassing is in gevallen waarin wel aangifte is gedaan, maar geen belasting is betaald. Ook het betoog van belanghebbende dat de besluitgever niet vrijstaat om belastingvermindering te verlenen zonder dat belasting is betaald, wordt verworpen. De Hoge Raad concludeert dat er geen volkenrechtelijke regel bestaat die de woonstaat verplicht om belastingvrijstelling te verlenen in dit geval.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.