ECLI:NL:HR:1999:1

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 oktober 1999
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
C98/073HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • M. Martens
  • A. Korthals Altes
  • J. Neleman
  • M. van der Putt-Lauwers
  • F. Fleers
  • H. Heemskerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de bestuurder van een stichting tot statutenwijziging

In deze zaak gaat het om de vraag of de bestuurder van een stichting zelfstandig bevoegd was om een besluit tot statutenwijziging te nemen. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft de Stichting, gevestigd te [vestigingsplaats], gedagvaard voor de Rechtbank te Breda en gevorderd dat de statutenwijziging van de Stichting, die op of omstreeks 20 december 1979 had plaatsgevonden, nietig zou worden verklaard. De Rechtbank heeft de vordering van de eiser bij vonnis van 5 maart 1996 afgewezen. Hierop heeft de eiser hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waar hij zijn vordering heeft gewijzigd. Het Gerechtshof heeft op 20 november 1997 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd en de aanvullende vorderingen van de eiser afgewezen. Tegen dit arrest heeft de eiser cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld op basis van de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van de eiser niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt de eiser in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Stichting zijn begroot op f 597,20 aan verschotten en f 3.000,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 1 oktober 1999 en openbaar uitgesproken door raadsheer Heemskerk.

Uitspraak

1 oktober 1999
Eerste Kamer
Nr. C98/073HR
AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr A.L.C.M. Oomen,
t e g e n
[verweerster] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr J.B.M.M. Wuisman.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie – verder te noemen: [eiser] – heeft bij exploit van 28 april 1995 verweerster in cassatie – verder te noemen: de Stichting – gedagvaard voor de Rechtbank te Breda en heeft, voor zover thans nog van belang, gevorderd voor recht te verklaren dat de statutenwijziging van de Stichting op of omstreeks 20 december 1979 nietig is.
De Stichting heeft de vordering bestreden.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 5 maart 1996 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch. In appel heeft [eiser] zijn vordering gewijzigd.
Bij arrest van 20 november 1997 heeft het Hof het bestreden vonnis bekrachtigd en hetgeen in hoger beroep meer of anders is gevorderd afgewezen.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Stichting heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
Op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp kunnen de middelen niet tot cassatie leiden.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op f 597,20 aan verschotten en f 3.000,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de President Martens als voorzitter en de raadsheren Korthals Altes, Neleman, Van der Putt-Lauwers en Fleers, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer Heemskerk op
1 oktober 1999.