ECLI:NL:HR:1999:AA2643
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- Z. Zuurmond
- F. Fleers
- P. Pos
- M. Monné
- Rechtspraak.nl
Discriminatieverbod in belastingrechtelijke context voor ongehuwd samenwonenden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 1999 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. De belanghebbende, X, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag die was opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 115.049. Na afwijzing van zijn bezwaar door de Inspecteur, ging hij in beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. X heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld, waarbij hij aanvoerde dat de toepassing van artikel 46, lid 1, letter a onder 2°, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 in strijd was met het discriminatieverbod zoals neergelegd in artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). Dit artikel sluit namelijk bepaalde uitgaven voor ongehuwd samenwonenden uit, wat leidt tot een ongelijke behandeling ten opzichte van gehuwden.
De Hoge Raad overwoog dat de wetgever in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat gehuwde en ongehuwd samenwonende belastingplichtigen niet als gelijke gevallen kunnen worden beschouwd, vooral gezien de maatschappelijke verbondenheid die bij bloed- en aanverwanten bestaat. De Hoge Raad verwierp de klacht van de belanghebbende en oordeelde dat de wetgever niet in strijd met de verdragsbepalingen heeft gehandeld.
De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verwierp het beroep van de belanghebbende. Dit arrest is vastgesteld door vice-president A. Stoffer en de raadsheren Z. Zuurmond, F. Fleers, P. Pos en M. Monné, en is in het openbaar uitgesproken op 20 januari 1999.