ECLI:NL:HR:1999:AA3822
Hoge Raad
- Cassatie
- H. Herrmann
- A. van der Putt-Lauwers
- F. Fleers
- H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake beslagvrije voet in het kader van alimentatie en onrechtmatige daad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 december 1999 uitspraak gedaan over een verzoek tot het vaststellen van een beslagvrije voet in het kader van alimentatie en onrechtmatige daad. De vrouw, verzoekster in cassatie, had beslag gelegd op de inkomsten van de man, verweerder in cassatie, die in België woonde. De man had de kantonrechter te 's-Gravenhage verzocht om een beslagvrije voet vast te stellen, wat door de kantonrechter werd afgewezen. In hoger beroep heeft de Rechtbank te Maastricht de beschikking van de kantonrechter vernietigd en de man een beslagvrije voet van ƒ 2.000,-- per maand toegekend, met de bepaling dat deze voet zou worden geïndexeerd. De vrouw heeft cassatie ingesteld tegen deze beschikking.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de indexering van de beslagvrije voet, zoals door de Rechtbank was bepaald, niet in overeenstemming is met de wet. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bedragen genoemd in de Algemene Bijstandswet de grondslag vormen voor de bepaling van de beslagvrije voet en dat deze bedragen jaarlijks worden herzien door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd voor zover deze betrekking had op de indexering van de beslagvrije voet, maar heeft de overige onderdelen van de beschikking bekrachtigd. De uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke regeling rondom de beslagvrije voet en de noodzaak om deze in overeenstemming met de wet toe te passen.