ECLI:NL:HR:2000:AA4939
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Roelvink
- A. Neleman
- J. Heemskerk
- M. Jansen
- F. Fleers
- H. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de verplichtingen van partijen bij een huurovereenkomst en de gevolgen van ontbinding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 februari 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Bouwbedrijf Emmeloord B.V. (hierna: eiseres) en de vennootschap onder firma Firma [verweerders] (hierna: verweerders). De zaak betreft een geschil over de verplichtingen van partijen in het kader van een huurovereenkomst en de gevolgen van de ontbinding daarvan. Eiseres had in 1995 een bedrijvencentrum gebouwd en verweerders toonde interesse in het huren van een unit. Er werd een concept-huurovereenkomst opgesteld met een ontbindende voorwaarde. Na verschillende besprekingen en wijzigingen in de voorwaarden, heeft verweerders uiteindelijk besloten de huurovereenkomst niet aan te gaan. Eiseres heeft daarop verweerders in kort geding gedagvaard om hen te verplichten het pand te aanvaarden en de koopprijs te betalen. Verweerders hebben in een tweede kort geding eiseres aangeklaagd voor betaling van een bedrag van ƒ 196.906,50, dat eiseres had voorgeschoten voor voorzieningen in de unit. De President van de Rechtbank heeft de vorderingen van verweerders afgewezen en de subsidiaire vordering van eiseres toegewezen. Verweerders hebben hoger beroep ingesteld, wat leidde tot een arrest van het Gerechtshof waarin de eerdere vonnissen werden vernietigd en eiseres werd veroordeeld tot betaling van het bedrag aan verweerders. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof niet onjuist heeft geoordeeld over de rechtsverhouding tussen partijen en dat de kosten voor de voorzieningen voor rekening van de huurder komen. De Hoge Raad heeft het principale beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.