ECLI:NL:HR:2000:AA4946
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Mijnssen
- J. de Savornin Lohman
- W. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verzoek tot bijdrage in kosten van verzorging en opvoeding en DNA-onderzoek naar vaderschap
In deze zaak heeft de vrouw, verzoekster tot cassatie, op 6 mei 1997 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. Zij verzocht de Rechtbank te bepalen dat de man, verweerder in cassatie, met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift een maandelijkse bijdrage van ƒ 250,-- dient te leveren voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun dochter, geboren in 1993. Tijdens de zitting op 30 september 1997 heeft de vrouw haar verzoek uitgebreid met een verzoek om de man te verplichten mee te werken aan een DNA-onderzoek ter vaststelling van het biologisch vaderschap van de dochter. De man heeft het verzoek bestreden, waarna de Rechtbank op 30 december 1997 het verzoek afwees.
De vrouw heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 13 november 1998 de beschikking van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft de vrouw cassatie ingesteld. In cassatie heeft de man geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten in het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de vrouw dan ook verworpen.