ECLI:NL:HR:2000:AA6014
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.M.M. Orie
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Uitlevering van een persoon aan de Republiek Portugal voor mensenhandel en koppelarij
In deze zaak gaat het om de uitlevering van een opgeëiste persoon aan de Republiek Portugal, die wordt verdacht van mensenhandel, koppelarij en samenspanning. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Middelburg van 30 november 1999, waarin de uitlevering toelaatbaar werd verklaard. De opgeëiste persoon, geboren in 1942, was ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting “Torentijd” te Middelburg. Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. Sjöcrona.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de feiten zal vermelden waarvoor de uitlevering kan worden toegestaan, de gevraagde uitlevering gedeeltelijk ontoelaatbaar zal verklaren en het beroep voor het overige zal verwerpen. De Rechtbank had in haar uitspraak geoordeeld dat de uitlevering werd gevraagd voor feiten die zijn omschreven in een bijlage bij het Mandado de captura internacional, uitgevaardigd door rechter Sílvio José Texeira de Sousa in Funchal. De feiten betroffen onder andere de betrokkenheid van de opgeëiste persoon bij de uitbuiting van een meerderjarige, die in 1997 naar het buitenland was gebracht onder valse voorwendselen.
De Hoge Raad oordeelt dat de feiten waarvoor uitlevering wordt gevraagd niet voldoen aan de vereisten van Nederlands recht, omdat het slachtoffer ten tijde van de feiten meerderjarig was. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar verklaart de verzochte uitlevering toelaatbaar voor de feiten die zijn omschreven in de bijlage, met uitzondering van feiten die vóór 20 mei 1989 zijn begaan en deelname aan een organisatie die zich richtte op koppelarij ten aanzien van het slachtoffer. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige en herstelt een verzuim van de Rechtbank.