ECLI:NL:HR:2000:AA6156
Hoge Raad
- Cassatie
- H.L.J. Roelvink
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Huurder v. Stichting Woningstichting St. Servatius - Ontruiming en achterstallige huurpenningen
In deze zaak heeft de huurder, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen een vonnis van de Rechtbank te Maastricht. De huurder was in eerste instantie gedagvaard door de Stichting Woningstichting St. Servatius, die ontruiming van de gehuurde woning en betaling van achterstallige huurpenningen vorderde. De huurder heeft de vorderingen bestreden en in reconventie een aantal eisen geformuleerd, waaronder het opleggen van een dwangsom aan St. Servatius indien er geen oplossing werd gevonden voor de door hem ervaren overlast. De Kantonrechter heeft de vorderingen van de huurder in reconventie afgewezen, waarna de huurder hoger beroep heeft ingesteld. De Rechtbank heeft het vonnis van de Kantonrechter bekrachtigd, wat leidde tot het cassatieberoep van de huurder.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank de reconventionele vordering van de huurder ten onrechte heeft afgewezen. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van de Rechtbank en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank onvoldoende rekening heeft gehouden met het bewijsaanbod van de huurder en dat de waarde van getuigenverklaringen pas kan worden beoordeeld na het afleggen van die verklaringen. De kosten van het geding in cassatie worden aan St. Servatius opgelegd, die deze moet vergoeden aan de huurder en de griffier.