ECLI:NL:HR:2000:AA6230
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- W.H. Heemskerk
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Inzage in dossiers en vertrouwelijkheid van informatie door de Raad voor Rechtsbijstand
In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, aangeduid als [verzoeker], op 3 oktober 1998 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Leeuwarden. Hij verzocht de Raad voor Rechtsbijstand, aangeduid als verweerder in cassatie, om inzage in dossiers die op hem betrekking hebben, in het kader van een verzoek om gefinancierde rechtsbijstand. De Raad voor Rechtsbijstand had eerder zijn verzoek om gefinancierde rechtsbijstand afgewezen, gebruikmakend van informatie verkregen van een derde partij. De Rechtbank heeft het verzoek van [verzoeker] op 7 december 1998 afgewezen, waarna [verzoeker] in hoger beroep ging bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Het Hof bekrachtigde de beschikking van de Rechtbank op 9 juni 1999 en veroordeelde [verzoeker] in de kosten van het geding.
In cassatie heeft de Hoge Raad de zaak beoordeeld. De kern van het geschil betreft de weigering van de Raad voor Rechtsbijstand om [verzoeker] inzage te geven in de correspondentie van de derde partij, die relevant was voor de beoordeling van zijn financiële omstandigheden. De Hoge Raad oordeelde dat de volledige correspondentie niet onder de Wet persoonsregistraties valt, en dat het belang van de Raad voor Rechtsbijstand en de derde partij om vertrouwelijke informatie te beschermen zwaarder weegt dan het belang van [verzoeker] om inzage te krijgen. De Hoge Raad verwierp het beroep van [verzoeker] en veroordeelde hem in de kosten van het geding in cassatie, begroot op ƒ 50,-- aan verschotten en ƒ 2.500,-- voor salaris.