ECLI:NL:HR:2000:AA6235
Hoge Raad
- Cassatie
- H.L.J. Roelvink
- W.H. Heemskerk
- C.H.M. Jansen
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontvankelijkheid van incidentele vordering tot tussenkomst in civiele procedure
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, [eiseres] B.V., verweerder in cassatie, [verweerder], gedagvaard voor de Rechtbank te Zwolle. De eiseres vorderde een betaling van ƒ 726.168,19, vermeerderd met rente en kosten. Verweerder heeft een exceptie van onbevoegdheid ingediend, maar de Rechtbank verklaarde zich bevoegd. In een tussenvonnis werd verweerder toegelaten tot bewijslevering. Verweerder ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem, dat het vonnis van de Rechtbank vernietigde en de vordering van eiseres afwees. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. In de cassatieprocedure hebben [A] en [B] een incidentele vordering tot tussenkomst ingediend, maar de Hoge Raad oordeelde dat in een cassatieprocedure geen plaats is voor een dergelijke vordering. De Hoge Raad verklaarde [A] en [B] niet-ontvankelijk in hun vordering en verwierp het beroep van eiseres. Tevens werden de kosten van het incident en de cassatieprocedure aan de zijde van verweerder begroot.