ECLI:NL:HR:2000:AA6337
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- R. Herrmann
- C.H.M. Jansen
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- A. Hammerstein
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de onpartijdigheid van rechters-plaatsvervangers in civiele zaken
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, aangeduid als [eiser], de ANWB en TNO in kort geding gedagvaard voor de President van de Rechtbank te 's-Gravenhage. De vorderingen van [eiser] omvatten een bevel tot rectificatie van een artikel over de Stabifix, een verbod op de verspreiding van dat artikel, en een schadevergoeding van ƒ 500.000,--. De President heeft het verzoek van [eiser] om de zaak naar een andere rechtbank te verwijzen afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat hem uiteindelijk niet-ontvankelijk verklaarde in zijn hoger beroep.
Tegen deze beslissing heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld, waarbij de advocaat-generaal Langemeijer tot verwerping van het beroep concludeerde. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar de wettelijke eisen waaraan rechters en rechters-plaatsvervangers moeten voldoen, en de ongeschreven regel dat advocaten die ook rechter-plaatsvervanger zijn, zich moeten onthouden van zaken waarbij zij of hun kantoorgenoten betrokken zijn geweest.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat er voldoende waarborgen zijn voor een onpartijdige en onafhankelijke uitoefening van de functie van rechter-plaatsvervanger door advocaten, ook in hun eigen arrondissement. Het Hof had de juiste maatstaf aangelegd en de door [eiser] aangevoerde redenen voor twijfel aan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Rechtbank en het Hof waren onvoldoende. De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.