ECLI:NL:HR:2000:AA7038
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- C.H.M. Jansen
- A. Hammerstein
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en alimentatieverplichtingen in cassatie
In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van de man, die in eerste instantie echtscheiding heeft aangevraagd bij de Rechtbank te Zwolle. De vrouw heeft hierop gereageerd met een verzoek om alimentatie van ƒ 2.500,-- per maand. De Rechtbank heeft op 2 juli 1997 de echtscheiding uitgesproken en op 1 oktober 1998 een alimentatie van ƒ 1.000,-- per maand toegewezen. De man ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem, dat op 29 juni 1999 de eerdere beschikking van de Rechtbank vernietigde en de alimentatie verhoogde naar ƒ 2.500,-- per maand, met afwijzing van andere verzoeken.
De man heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het Hof. De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal Hartkamp heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld, waarbij de man aanvoerde dat de vrouw zelf verantwoordelijk was voor haar lagere inkomen in Costa Rica en dat dit geen invloed zou moeten hebben op de alimentatieverplichting.
De Hoge Raad heeft het beroep van de man verworpen. De beslissing is genomen door de raadsheren P. Neleman, C.H.M. Jansen en A. Hammerstein, en openbaar uitgesproken door raadsheer W.H. Heemskerk op 8 september 2000. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van de man falen, onder andere omdat het verweer pas na de mondelinge behandeling aan het Hof was voorgelegd, zonder dat de vrouw daarop kon reageren. De Hoge Raad concludeert dat de klachten van de man niet nopen tot nadere motivering, gezien de bepalingen van art. 101a RO.