ECLI:NL:HR:2000:AA7234
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- H.A.M. Aaftink
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vrijspraak en veroordeling in strafzaak met betrekking tot diefstal en Opiumwet
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, waarbij de verdachte op 1 februari 1999 was vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar wel was veroordeeld voor diefstal en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De Hoge Raad heeft op 26 september 2000 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1957 en verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Lelystad, was eerder door de Arrondissementsrechtbank te Zutphen op 15 april 1997 veroordeeld, maar het Hof heeft deze veroordeling vernietigd en de verdachte vrijgesproken van enkele feiten. De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie aanvaard, waarbij de advocaat van de verdachte, mr. S.J. van der Woude, middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen, maar uitsluitend ten aanzien van de bewezenverklaring en de kwalificatie van het aan de verdachte onder 1 tenlastegelegde feit. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde feit onder 2 opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet betreft, en dat de zaak moet worden verwezen naar een aangrenzend Gerechtshof voor herbehandeling van de zaak. De Hoge Raad heeft de middelen van de verdachte niet tot cassatie geleid, maar heeft wel vastgesteld dat het Hof een verkeerde rechtsopvatting heeft gehanteerd met betrekking tot de kwalificatie van de feiten. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd voor wat betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde, de kwalificatie van het bewezenverklaarde onder 2 en de strafoplegging, en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling.