ECLI:NL:HR:2000:AA7913
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het vonnis van de Rechtbank te Middelburg inzake de koop van een veulen met gezondheidsproblemen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 oktober 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een geschil tussen [eiseres] en [verweerder] over de koop van een veulen, genaamd Moschino. [Eiseres] had het veulen op 2 april 1994 gekocht, maar na de overdracht op 25 september 1994 bleek het dier gezondheidsproblemen te hebben, specifiek osteochondritis dissecans (OCD). [Eiseres] vorderde terugbetaling van de koopprijs en schadevergoeding, omdat zij stelde dat het veulen al ziek was ten tijde van de koop. De Kantonrechter te Terneuzen had de vordering van [eiseres] afgewezen, omdat niet bewezen was dat het veulen op het moment van overdracht al leed aan OCD.
[Verweerder] voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de ziekte van het veulen en dat het dier gezond was ten tijde van de verkoop. De Rechtbank te Middelburg bekrachtigde de vonnissen van de Kantonrechter, maar verklaarde [eiseres] niet-ontvankelijk in haar hoger beroep voor een deel van de vorderingen. [Eiseres] ging in cassatie tegen het vonnis van de Rechtbank, waarbij zij aanvoerde dat de Rechtbank niet adequaat had gereageerd op haar bewijsaanbod.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank niet voldoende had gemotiveerd waarom het bewijsaanbod van [eiseres] was gepasseerd. Dit leidde tot de conclusie dat de Rechtbank mogelijk een onjuiste rechtsopvatting had toegepast. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de Rechtbank en verwees de zaak terug naar de Rechtbank voor verdere behandeling. Tevens werd [verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [eiseres] waren begroot op ƒ 4.180,95.