ECLI:NL:HR:2000:AA8079
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 november 2000 uitspraak gedaan over een cassatieverzoek van een verzoeker die in een psychiatrisch ziekenhuis wilde worden opgenomen. De Officier van Justitie in het arrondissement Assen had op 19 juli 2000 een vordering ingediend bij de Rechtbank voor een voorlopige machtiging tot opname van de verzoeker, die bijgestaan werd door zijn advocaat en een psychiater. De Rechtbank verleende op 20 juli 2000 de gevraagde machtiging voor de duur van vier maanden. De verzoeker ging echter in cassatie tegen deze beschikking, waarbij hij aanvoerde dat er geen adequaat psychiatrisch onderzoek had plaatsgevonden, omdat de psychiater, J. Snijder, geen direct contact met hem had gehad.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank niet aan haar motiveringsplicht had voldaan door het verweer van de verzoeker niet te bespreken. De Hoge Raad benadrukte dat de psychiater, die de verklaring had afgegeven, had moeten trachten om de verzoeker zelf te onderzoeken en dat zij in haar verklaring de redenen had moeten uiteenzetten als dit niet mogelijk was. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de Rechtbank en verwees de zaak terug voor verdere behandeling.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldig en adequaat psychiatrisch onderzoek in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). De Hoge Raad stelde vast dat de psychiater niet voldoende had gedaan om contact te leggen met de verzoeker, wat leidde tot de conclusie dat de voorlopige machtiging niet rechtsgeldig was verleend. De zaak werd terugverwezen naar de Rechtbank voor een nieuwe beoordeling.