ECLI:NL:HR:2000:AA8982
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over proceskostenvergoeding in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een proceskostenvergoeding. De zaak is ontstaan na een aantal beschikkingen van de Directeur van de dienst Gemeentebelastingen van de gemeente Amsterdam, waarin de waarde van onroerende zaken voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000 werd vastgesteld. Na bezwaar tegen deze beschikkingen heeft de Directeur de besluiten gehandhaafd. Belanghebbende trok zijn beroep in bij het Hof nadat er een compromis was gesloten, maar verzocht tegelijkertijd om een afzonderlijke kostenveroordeling. De Voorzitter van de Vierde Meervoudige Belastingkamer heeft de Directeur veroordeeld tot een proceskostenvergoeding van f 710,--. Het Hof verklaarde het verzet van belanghebbende gedeeltelijk gegrond, waarna belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof de schatting van het bedrag aan belasting dat minder verschuldigd zou zijn op basis van de stellingname van belanghebbende, correct heeft uitgevoerd. Het Hof schatte dit bedrag tussen f 2.000,-- en f 15.000,-- en oordeelde dat er geen aanwijzingen waren dat deze schatting te laag was. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof geen blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en dat het niet onbegrijpelijk was. Bij het bepalen van de procesvergoeding heeft het Hof de factor voor het gewicht van de zaak op 1 gesteld, wat door de Hoge Raad werd bevestigd.
De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten op basis van artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende, waarmee de uitspraak van het Hof in stand blijft. Dit arrest is op 27 september 2000 vastgesteld en openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren.