ECLI:NL:HR:2001:AA9312
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- W.H. Heemskerk
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en vergunningverlening kansspelautomaten door de Burgemeester van Alkmaar
In deze zaak heeft Arrosel B.V. de Burgemeester van de gemeente Alkmaar aangeklaagd wegens onrechtmatig handelen met betrekking tot het kansspelautomatenbeleid. Arrosel, die kansspelautomaten verhuurt aan laagdrempelige inrichtingen, betwistte de weigering van de Burgemeester om vergunningen voor kansspelautomaten te verlenen. De Rechtbank te Alkmaar wees de vorderingen van Arrosel af, waarna Arrosel in hoger beroep ging bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het Hof bekrachtigde het vonnis van de Rechtbank, waarop Arrosel cassatie instelde bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelde dat de Burgemeester bevoegd was om vergunningen voor kansspelautomaten te weigeren op basis van het nul-optiebeleid, dat was vastgesteld in 1993. Dit beleid hield in dat er geen vergunningen meer zouden worden verleend voor kansspelautomaten, maar alleen voor behendigheidsautomaten. Arrosel stelde dat deze beslissing onrechtmatig was, omdat het beleid niet zorgvuldig tot stand was gekomen en haar belangen onvoldoende waren meegewogen. De Hoge Raad verwierp deze argumenten en oordeelde dat de belangen van Arrosel wel degelijk waren gehoord en meegewogen in het besluitvormingsproces.
De Hoge Raad concludeerde dat er geen sprake was van een onzorgvuldig totstandgekomen beleid en dat de weigering van de vergunningen rechtmatig was. Arrosel werd in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Dit arrest bevestigt de bevoegdheid van de burgemeester om een eigen speelautomatenbeleid te voeren en de voorwaarden waaronder vergunningen kunnen worden verleend.