ECLI:NL:HR:2001:AA9391
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en verzending per koeriersdienst
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X, gevestigd te Z (Luxemburg), tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 27 september 1999, betreffende de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1989. Aan belanghebbende was een aanslag opgelegd, die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot een belastbaar inkomen van f 3.753.743. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de procedurele aspecten van de verzending van het aanslagbiljet aan de orde gesteld. Het Hof had vastgesteld dat het aanslagbiljet op 30 november 1993 was verzonden via koeriersdienst A naar het adres van belanghebbende in Spanje, terwijl belanghebbende had aangegeven dat zijn adres was gewijzigd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de verzending via koeriersdienst A geoorloofd was, en dat de klacht van belanghebbende over de wijze van verzending niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad wijst erop dat de wetgever niet heeft voorgeschreven dat verzending per post verplicht is, en dat andere vormen van verzending, mits voldoende waarborgen zijn geboden, ook geoorloofd zijn.
De Hoge Raad concludeert dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond. Dit arrest is op 10 januari 2001 vastgesteld door de vice-president E. Korthals Altes, met de raadsheren D.H. Beukenhorst en C.B. Bavinck, en is in het openbaar uitgesproken.