ECLI:NL:HR:2001:AA9845
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof inzake naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 27 september 1999 werd gedaan. De zaak betreft een naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen die aan de besloten vennootschap X B.V. is opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1994 tot en met 31 december 1995. De naheffingsaanslag bedroeg ƒ 13.667, met een verhoging van 100 procent, waarvan een deel werd kwijtgescholden. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd, wat leidde tot het cassatieberoep van de Staatssecretaris.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en zich gericht op de vraag of er een privaatrechtelijke dienstbetrekking bestond tussen de belanghebbende en de echtgenotes van de directeuren/grootaandeelhouders. Het Hof had deze vraag ontkennend beantwoord, maar de Hoge Raad oordeelde dat de persoonlijke verhoudingen tussen de echtgenotes en de directeuren/grootaandeelhouders niet in de weg hoeven te staan aan de aanwezigheid van een gezagsverhouding. De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van het Hof onvoldoende gemotiveerd was en dat de uitspraak niet in stand kon blijven.
De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing. Tevens werd er geen veroordeling in proceskosten uitgesproken, waarbij het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de kosten van de behandeling bij het Hof moet worden toegekend.