ECLI:NL:HR:2001:AB0813
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- W.H. Heemskerk
- A.E.M. Van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beschikking Rechtbank Middelburg inzake ontbinding arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 maart 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De verweerster in cassatie, Stichting voor Regionale Zorgverlening (SVRZ), had op 22 oktober 1999 een verzoekschrift ingediend bij de Kantonrechter te Middelburg om de arbeidsovereenkomst met de verzoekster tot cassatie te ontbinden. De verzoekster heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen op de zitting van 18 november 1999. De Kantonrechter heeft op 2 december 1999 de arbeidsovereenkomst ontbonden. De verzoekster heeft hoger beroep ingesteld, maar de Rechtbank te Middelburg heeft haar op 10 mei 2000 niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de verzoekster cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de verzoekster behoorlijk is opgeroepen. De griffier had de verzoekster na het terugontvangen van de aangetekende oproeping niet onverwijld per gewone brief op de hoogte moeten stellen, wat in strijd is met het beginsel van hoor en wederhoor. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens wordt SVRZ veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op ƒ 3.525,--.