ECLI:NL:HR:2001:AB0903
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- W.H. Heemskerk
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de representativiteit van de cliëntenraad in de geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de cliëntenraad van het Kinder- en Jeugdpsychiatrisch Ziekenhuis De Drie Vennen te Venlo. De cliëntenraad, vertegenwoordigd door [eiser] c.s., had in kort geding de Stichtingen Zorgcircuits en Mutsaersstichting gedagvaard. De eisers vorderden onder andere dat de Stichtingen hen zouden erkennen als rechtsgeldige vertegenwoordigers van de cliëntenraad en hen zouden verplichten tot overleg over belangrijke zaken. De President van de Rechtbank te Roermond had de vordering echter afgewezen, waarna het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch het vonnis bekrachtigde. De Hoge Raad moest nu oordelen over de vraag of de cliëntenraad voldeed aan de wettelijke eis van representativiteit, zoals voorgeschreven in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had vastgesteld dat de cliëntenraad niet voldeed aan de wettelijke eisen van representativiteit. De Hoge Raad benadrukte dat de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen beoogt dat de cliëntenraad representatief is voor de cliënten en in staat is om hun gemeenschappelijke belangen te behartigen. De Hoge Raad verwierp het beroep van [eiser] c.s. en bevestigde de beslissing van het Hof. Tevens werden de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de Stichtingen toegewezen, waarbij de Hoge Raad de kosten begrootte op ƒ 632,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 6 april 2001 door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.