ECLI:NL:HR:2001:AB0983
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- D.H. Beukenhorst
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot goodwill en inkomsten uit vermogen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende is opgelegd voor het jaar 1994, waarbij een belastbaar inkomen van f 290.751,-- is vastgesteld. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag ambtshalve verminderd tot f 285.544,--. Het Hof heeft vervolgens de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verder verminderd tot f 135.544,--. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
Belanghebbende, die directeur en enig aandeelhouder was van de besloten vennootschappen A B.V. en B B.V., had op 15 juli 1994 de aandelen van B B.V. verkocht aan A B.V. voor een bedrag van f 186.000,--, waarvan f 150.000,-- was gerelateerd aan goodwill. De Hoge Raad heeft in cassatie geoordeeld dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat goodwill niet kan worden aangemerkt als een (stille) reserve voor de vaststelling van inkomsten uit vermogen. Het middel van de Staatssecretaris faalt, en de Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
De Hoge Raad heeft de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op f 1.420,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is op 11 april 2001 uitgesproken door de raadsheren G.J. Zuurmond, D.H. Beukenhorst en C.B. Bavinck, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.