ECLI:NL:HR:2001:AB1043
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en beoordeling van salaris uit rekening-courant
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 28 juli 1999, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1987. Aan belanghebbende was een aanslag opgelegd, die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot een belastbaar inkomen van f 58.924. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn gedachtegang met betrekking tot de opnamen in rekening-courant bij A B.V., waarvan belanghebbende directeur en enig aandeelhouder was. Het Hof had geoordeeld dat belanghebbende in 1987 ten minste f 89.316 aan salaris had genoten, maar dit oordeel was onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad stelt vast dat het Hof de verklaringen van belanghebbende, waarin werd aangegeven dat er geen salaris zou worden ontvangen, in het midden heeft gelaten. Dit was niet correct, aangezien het Hof had moeten motiveren waarom deze verklaringen niet relevant waren voor zijn oordeel.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch voor een volledige herbeoordeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot het vergoeden van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende. De Hoge Raad concludeert dat de klachten van belanghebbende gegrond zijn, en dat de uitspraak van het Hof niet aan de wettelijke eisen voldeed.