ECLI:NL:HR:2001:AB1428

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 mei 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C99/206HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • C.H.M. Jansen
  • J.B. Fleers
  • A. Hammerstein
  • W.H. Heemskerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over niet-ontvankelijkheid en verwerping van beroep in schadevergoedingzaak

In deze zaak heeft de vennootschap naar vreemd recht BUMBLEBEE LIMITED, gevestigd te St. Peter Port, Guernsey, een cassatieprocedure aangespannen tegen Nieuw Rotterdam Schade N.V. en andere verweersters in cassatie. De eiseres heeft bij exploit van 8 mei 1989 de verweersters gedagvaard voor de Rechtbank te Rotterdam, waarbij zij een schadevergoeding van ƒ 680.000,-- heeft gevorderd, vermeerderd met wettelijke rente. De Rechtbank heeft een deskundigenbericht gelast, waarna de eiseres hoger beroep heeft ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het Hof heeft na getuigenverhoor het bestreden vonnis van de Rechtbank vernietigd en de vordering van de eiseres afgewezen in het eindarrest van 22 december 1998.

Tegen deze arresten heeft BUMBLEBEE cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de eiseres niet-ontvankelijk is in haar beroep voor zover dit gericht is tegen het tussenarrest van 28 maart 1995, omdat er geen klachten zijn aangevoerd. Voor het overige is het beroep verworpen. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van Nieuw Rotterdam c.s. begroot op ƒ 9.507,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 4 mei 2001 door de raadsheren C.H.M. Jansen, J.B. Fleers, A. Hammerstein en openbaar uitgesproken door raadsheer W.H. Heemskerk.

Uitspraak

4 mei 2001
Eerste Kamer
Nr. C99/206HR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht BUMBLEBEE LIMITED, gevestigd te St. Peter Port, Guernsey,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R. Th. R. F. Carli,
t e g e n
1. NIEUW ROTTERDAM SCHADE N.V., gevestigd te Rotterdam,
2. [Verweerster 2], gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [Verweerster 3], gevestigd te [vestigingsplaats],
4. INTERLLOYD SCHADEVERZEKERING-MAATSCHAPPIJ N.V. in de hoedanigheid van rechtsopvolgster van [..] C.V., gevestigd te Amsterdam,
5. [Verweerster 5], gevestigd te [vestigingsplaats],
6. [Verweerster 6], gevestigd te [vestigingsplaats],
7. [Verweerster 7], gevestigd te [vestigingsplaats],
8. AEGON SCHADEVERZEKERING N.V., gevestigd te 's-Gravenhage,
9. de rechtspersoon naar Duits recht COLONIA VERSICHERUNG A.G., gevestigd te Keulen, Bondsrepubliek Duitsland,
10. ROYAL NEDERLAND VERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V., gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. J.B.M.M. Wuisman.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: Bumblebee - heeft bij exploit van 8 mei 1989 verweersters in cassatie - verder te noemen: Nieuw Rotterdam c.s.- gedagvaard voor de Rechtbank te Rotterdam en veroordeling van Rotterdam c.s., ieder naar rato van het percentage waarvoor zij in de overeenkomst van verzekering hebben deelgenomen, gevorderd, tot betaling aan Bumblebee van de somma van ƒ 680.000,--, elk per gedaagde te betalen bedrag steeds te vermeerderen met de wettelijke rente, als bedoeld in art. 1286 (oud) BW over deze bedragen, vanaf 21 juni 1988 althans vanaf 25 juli 1988, doch in ieder geval vanaf de dag der dagvaarding.
Nieuw Rotterdam c.s. hebben de vordering bestreden.
De Rechtbank heeft bij tussenvonnis van 12 februari 1993 een deskundigenbericht gelast.
Tegen dit tussenvonnis heeft Bumblebee hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.
Nadat het Hof bij tussenarrest van 28 maart 1995 Nieuw Rotterdam c.s. toegelaten had tot het leveren van bewijs alsmede een getuigenverhoor had gelast, heeft het Hof na getuigen te hebben gehoord, bij eindarrest van 22 december 1998 het bestreden vonnis vernietigd en, opnieuw rechtdoende, de vordering met nevenvorderingen afgewezen.
De arresten van het Hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het Hof heeft Bumblebee beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Nieuw Rotterdam c.s. heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring voorzover het beroep is gericht tegen 's Hofs tussenarrest en voor het overige tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van Bumblebee in haar beroep voorzover dat is gericht tegen 's Hofs tussenarrest en tot verwerping van het beroep voorzover dat is gericht tegen 's Hofs eindarrest.
3. Beoordeling van het middel
Nu tegen het tussenarrest van 28 maart 1995 in cassatie geen klachten zijn aangevoerd, behoort Bumblebee in zoverre in haar beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard. Wat het eindarrest van 22 december 1998 betreft, faalt het middel op de gronden uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart Bumblebee niet-ontvankelijk in haar beroep, voorzover gericht tegen het tussenarrest van 28 maart 1995;
verwerpt het beroep voor het overige;
veroordeelt Bumblebee in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Nieuw Rotterdam c.s. begroot op ƒ 9.507,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.H.M. Jansen, als voorzitter, J.B. Fleers en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.H. Heemskerk op 4 mei 2001.