ECLI:NL:HR:2001:AB2734
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het vonnis van de Kantonrechter inzake courtage en advertentiekosten in een makelaarszaak
In deze zaak heeft eiser, een makelaar, verweerster gedagvaard voor het Kantongerecht te Groningen, waarbij hij een bedrag van ƒ 2.641,62 vorderde, vermeerderd met wettelijke rente. De Kantonrechter heeft de vordering afgewezen, omdat eiser tekortgeschoten zou zijn in de uitvoering van de opdracht. Eiser had verweerster opdracht gegeven om diensten te verlenen bij de verkoop van een woning, maar de vraagprijs was aanzienlijk gedaald in een stijgende markt. Eiser had de vraagprijs verlaagd van ƒ 495.000,-- naar ƒ 409.000,--, terwijl een andere makelaar het pand voor een nog lagere prijs adverteerde. De Kantonrechter oordeelde dat eiser niet had voldaan aan zijn verplichtingen en dat de courtage niet berekend kon worden op basis van de laatste vraagprijs, maar op basis van de uiteindelijke verkoopprijs.
Eiser heeft cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Kantonrechter. De Hoge Raad heeft het vonnis vernietigd en de zaak verwezen naar de Arrondissementsrechtbank te Groningen voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de Kantonrechter onvoldoende had gemotiveerd waarom de daling van de vraagprijs aan eiser te wijten was en dat de uitleg van de overeenkomst door de Kantonrechter niet onbegrijpelijk was. De Hoge Raad heeft verweerster in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak begroot op ƒ 757,54 aan verschotten en ƒ 3.500,-- voor salaris.