ECLI:NL:HR:2001:AB3097
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van arrest Gerechtshof inzake exploitatiebijdrage en terugvordering door Gemeente Weert
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Gemeente Weert. De Gemeente had in eerste instantie een exploitatieovereenkomst gesloten met makelaar [betrokkene A] en [bouwbedrijf F] voor de bouw van woningen aan de [a-straat] te [woonplaats]. Deze overeenkomst werd door de Gemeente bestreden, omdat deze niet voldeed aan de bepalingen van de toepasselijke exploitatieverordening, waardoor de betaalde exploitatiebijdrage van ƒ 603.000,-- (excl. BTW) als onverschuldigd werd beschouwd.
De verweerders in cassatie, die de kopers van de woningen vertegenwoordigden, vorderden terugbetaling van de exploitatiebijdrage, verminderd met de werkelijke kosten die de Gemeente had gemaakt. De Rechtbank te Roermond had de Gemeente veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, maar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch bekrachtigde dit vonnis. De Gemeente ging in cassatie, waarbij zij de middelen I en II introk, en de Advocaat-Generaal A.S. Hartkamp concludeerde tot vernietiging van het arrest van het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende gemotiveerd had waarom het de stellingen van de Gemeente over de werkelijke exploitatiekosten niet had meegenomen in zijn beoordeling. Hierdoor werd het arrest van het Gerechtshof vernietigd en werd de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op dat moment begroot op ƒ 8.453,54 aan verschotten en ƒ 3.500,-- voor salaris.