ECLI:NL:HR:2001:AB3229
Hoge Raad
- Cassatie
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 juli 2000, nr. P99/01034, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 279.040. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond heeft verklaard. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond. Dit arrest is gewezen door de raadsheer F.W.G.M. van Brunschot als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet en P. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff, en is in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2001.