ECLI:NL:HR:2001:AB3286
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden uitspraak en nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 september 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een bij verstek gewezen vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld voor het rijden zonder verzekering en voor overtreding van de Wegenverkeerswet. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de dagvaarding in hoger beroep niet op de juiste wijze is betekend, wat heeft geleid tot de nietigheid van de dagvaarding. De Hoge Raad oordeelt dat de bestreden uitspraak ontoereikend gemotiveerd is, omdat de akte van uitreiking niet voldoende bewijs biedt dat de dagvaarding correct is verzonden. Hierdoor is de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Tevens is opgemerkt dat de redelijke termijn voor het behandelen van het cassatieberoep is overschreden, maar dat dit niet leidt tot verval van het recht tot strafvervolging. De Hoge Raad benadrukt het belang van normhandhaving, ondanks de overschrijding van de termijn.