ECLI:NL:HR:2001:AD3923
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en rechtsgeldigheid van het dienstverband
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, vertegenwoordigd door mr. P. Garretsen, verweerder in cassatie, vertegenwoordigd door mr. R.A.A. Duk, gedagvaard voor de Kantonrechter te Brielle. Eiseres vorderde dat het dienstverband op 16 oktober 1996 door ontslag op staande voet was geëindigd en verzocht om betaling van een bedrag van ƒ 10.963,32, vermeerderd met wettelijke rente. Verweerder heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 4.419,17 bruto en ƒ 3.246,45 netto per vier weken aan salaris gevorderd, alsook wettelijke verhogingen en rente. De Kantonrechter heeft in een eindvonnis van 15 juli 1997 eiseres in conventie veroordeeld tot betaling van ƒ 3.654,44, maar de vordering van verweerder in reconventie afgewezen. Verweerder heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Rotterdam, die het eindvonnis heeft vernietigd en opnieuw rechtdoende eiseres heeft veroordeeld tot betaling van verschillende bedragen aan verweerder. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen dit vonnis. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de klachten in de middelen verworpen, zonder nadere motivering, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op ƒ 792,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris. Het arrest is gewezen op 26 oktober 2001.