ECLI:NL:HR:2001:AD3972
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- O. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade door skiongeval in Oostenrijk en toepasselijkheid van het Verkeersongevallenverdrag
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van eisers tot cassatie voor de schade die is ontstaan door een skiongeval op 26 maart 1989 in het Zillertal, Oostenrijk. De eisers, bestaande uit drie personen, zijn gedagvaard door de Stichting Pensioenfonds ABP en andere verweerders, die vorderden dat de eisers hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [verweerster 4] heeft geleden. De Rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft de vorderingen van de verweerders afgewezen, waarna de verweerders in hoger beroep zijn gegaan bij het Gerechtshof. Het Hof heeft geoordeeld dat de zogenaamde Cova-exceptie van toepassing is, omdat zowel de woonplaats van [eiseres 3] als die van [verweerster 4] in Nederland ligt, en de rechtsgevolgen van de onrechtmatige daad zich geheel in Nederland afspelen.
De Hoge Raad heeft in cassatie de vraag behandeld of het Verkeersongevallenverdrag van toepassing is op het skiongeval. Het Hof had geoordeeld dat de sleeplift als voertuig kan worden aangemerkt, maar dat het Verdrag niet van toepassing is omdat het ongeval niet plaatsvond op een voor het publiek toegankelijk terrein. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat de sleeplift niet kan worden beschouwd als een voertuig dat betrokken is bij een ongeval in de zin van het Verkeersongevallenverdrag. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep en oordeelt dat de eisers tot cassatie in de kosten van het geding worden veroordeeld.
De zaak benadrukt de complexiteit van internationale aansprakelijkheidskwesties en de toepassing van het Verkeersongevallenverdrag in situaties waarin de feiten zich buiten Nederland afspelen, maar de betrokken partijen in Nederland wonen. De uitspraak biedt inzicht in de interpretatie van de toepasselijkheid van het Verkeersongevallenverdrag en de voorwaarden waaronder de gevolgenuitzondering kan worden toegepast.