ECLI:NL:HR:2001:AD3979
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- O. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over huurovereenkomst en vorderingen in reconventie
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, aangeduid als [eiser], op 2 april 1996 verweerder in cassatie, aangeduid als [verweerder], gedagvaard voor de Kantonrechter te Tiel. De vordering van [eiser] strekte onder meer tot ontbinding van de huurovereenkomst en tot betaling van ƒ 21.250,-- exclusief B.T.W., vermeerderd met wettelijke rente. Verweerder heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat [eiser] hem zou veroordelen tot betaling van ƒ 5.000,--, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. De Kantonrechter heeft zich bij vonnis van 18 maart 1998 onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de Kantonrechter te Gorinchem. Bij eindvonnis van 22 maart 1999 heeft de Kantonrechter te Gorinchem de vordering in conventie grotendeels afgewezen en de vordering in reconventie toegewezen. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Dordrecht, die bij tussenvonnis van 16 februari 2001 [eiser] heeft toegelaten te bewijzen dat [verweerder] geen vordering meer op hem had. Na getuigenverhoor heeft de Rechtbank bij eindvonnis van 29 november 2000 het vonnis van de Kantonrechter te Gorinchem bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit eindvonnis. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van [verweerder]. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, zonder nadere motivering, aangezien deze klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.