ECLI:NL:HR:2001:AD3995
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van verzoeker tegen beslissing Raad van Appel in tuchtrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van [verzoeker] tegen een beslissing van de Raad van Appel in een tuchtrechtelijke procedure. De klacht, ingediend door [betrokkene A] op 17 maart 1997, werd aanvankelijk ongegrond verklaard door de Raad van Toezicht op 5 december 1997. [Betrokkene A] ging in beroep, waarna de Raad van Appel op 10 augustus 1999 de klacht gegrond verklaarde en [verzoeker] voor een week schorste. [Verzoeker] verzocht om opschorting van deze maatregel en om herziening van de beslissing van de Raad van Appel. Tijdens de behandeling op 17 november 1999 diende [verzoeker] een wrakingsverzoek in tegen de leden van de Raad van Appel, maar dit werd door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie niet-ontvankelijk verklaard. De Raad van Appel verklaarde vervolgens het verzoek tot opschorting niet-ontvankelijk en ontzegde de herziening van de eerdere beslissing. [Verzoeker] ging in cassatie tegen de beslissing van het Hof en de Raad van Appel. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van [verzoeker] in zijn cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat er geen beroep in cassatie openstaat tegen tuchtrechtelijke beslissingen in de Nederlandse Antillen, en verklaarde [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn beroep.