ECLI:NL:HR:2001:AD4500
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot afgifte van bonusregeling en rechtsgang
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 december 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de COÖPERATIEVE AAN- EN VERKOOPVERENIGING H.F.G. HORECA FOOD GROUP U.A. (hierna: HFG) en HOKA SNACKS WASPIK B.V. (hierna: Hoka). HFG had Hoka gedagvaard voor de Rechtbank te Breda, waarbij Hoka vorderde dat HFG zou worden veroordeeld tot afgifte van het saldo uit hoofde van de bonusregeling over de jaren 1988, 1990 en 1991, vermeerderd met wettelijke rente. HFG bestreed de vordering en de Rechtbank heeft Hoka toegelaten tot bewijslevering. Na getuigenverhoren heeft HFG een incidentele conclusie ingediend, waarin zij Hoka verzocht om opheffing van door Hoka gelegde derdenbeslagen. De Rechtbank heeft in haar vonnis van 17 maart 1998 HFG gelast haar jaarstukken te deponeren en de zaak naar de rol verwezen voor verdere conclusies. HFG heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd en de zaak heeft verwezen naar de Rechtbank voor verdere procedure. HFG heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen en HFG veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-Van Gent strekte tot verwerping van het beroep, hetgeen door de Hoge Raad is overgenomen. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsgang en de beoordeling van vorderingen in civiele zaken, met name in het kader van bewijslevering en de gevolgen van hoger beroep.