ECLI:NL:HR:2001:AD4941
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Officier van Justitie in het arrondissement Zwolle op 24 juli 2001 bij de Rechtbank een voorlopige machtiging gevorderd voor de opname van verzoekster in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit verzoek was onderbouwd met een verklaring van de geneesheer-directeur van het psychiatrisch ziekenhuis van de Stichting Adhesie te Deventer. Op 31 juli 2001 heeft de Rechtbank de verzoekster, haar advocaat, de behandelend arts en een verpleegkundige gehoord. De Rechtbank heeft vervolgens op dezelfde dag de vordering toegewezen en de voorlopige machtiging verleend voor een periode van maximaal zes maanden. De beschikking van de Rechtbank is aan de beschikking gehecht.
Verzoekster heeft tegen deze beschikking beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en een aanvullend verzoekschrift tot cassatie zijn aan de beschikking gehecht en maken daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie behoeft dit geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 30 november 2001 de beschikking gegeven en het beroep verworpen.